Een goed pensioen is een belofte. Niet alleen aan jezelf, maar ook aan je medewerkers. Een belofte van zorg, van zekerheid, van rust. Toch zien we dat veel werkgevers die belofte onbewust in gevaar brengen. Niet uit onwil, maar door de complexiteit van de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp).
Sinds 1 juli 2023 geldt dit nieuwe pensioenstelsel, bedoeld om beter aan te sluiten bij de veranderende arbeidsmarkt. Werkgevers hebben tot 1 januari 2028 de tijd om hun pensioenregeling aan te passen. In theorie lijkt dat nog ver weg, maar in de praktijk blijkt dat veel regelingen nog niet volledig voldoen aan de nieuwe regels.
Dat is begrijpelijk. De overgang vraagt om afstemming tussen werkgever, werknemers en pensioenuitvoerder. Maar wie te lang wacht, loopt het risico dat een goedbedoelde belofte verandert in een kostbare verrassing. Want het niet tijdig aanpassen van de regeling kan leiden tot grote fiscale en juridische gevolgen.
Wat er gebeurt als je te laat bent
Zodra een pensioenregeling niet meer voldoet aan de fiscale regels, wordt deze in de ogen van de Belastingdienst fiscaal onzuiver. Dat klinkt abstract, maar de gevolgen zijn heel concreet.
De opgebouwde pensioenaanspraken worden dan gezien als belast loon. In plaats van een belofte voor later, wordt de volledige waarde van het pensioen ineens belast alsof het vandaag wordt uitgekeerd als salaris.
Een voorbeeld
Stel: een werknemer heeft in de loop der jaren €200.000 aan pensioen opgebouwd.
Wordt de regeling fiscaal onzuiver, dan moet hierover loonbelasting worden betaald (ongeveer 49,5%), plus een revisierente van maximaal 20 procent. Samen kan dat oplopen tot een fiscale claim van bijna €140.000.
En dat is nog maar één werknemer. Voor werkgevers met meerdere regelingen of langdurige dienstverbanden kunnen de gevolgen dus fors zijn, financieel én organisatorisch.
De gevolgen voor werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder
Wanneer een pensioenregeling fiscaal onzuiver wordt, raakt dat niet alleen de werkgever, maar ook de werknemers en de pensioenuitvoerder. Iedere partij krijgt met andere verplichtingen te maken.
- Voor de werkgever
De pensioenregeling blijft juridisch bestaan, ook als deze niet meer voldoet aan de fiscale regels. Dat betekent dat de werkgever de gemaakte afspraken moet blijven nakomen. Tegelijkertijd kan de Belastingdienst naheffingen opleggen en revisierente in rekening brengen. In sommige situaties kan de werkgever zelfs aansprakelijk worden gesteld voor loonheffing over toekomstige premies.
Daarnaast ontstaat een risico richting medewerkers: bij overlijden of arbeidsongeschiktheid kan de werkgever zelf worden aangesproken voor de uitkering van partner- of arbeidsongeschiktheidspensioen, als de uitvoerder de regeling niet langer uitvoert.
- Voor de werknemer
Voor medewerkers kan het financiële effect aanzienlijk zijn. De waarde van de opgebouwde pensioenaanspraak wordt belast als loon, met daarbovenop revisierente tot 20 procent. Dat bedrag kan niet worden voldaan uit het pensioen zelf.
Bovendien kan het hogere belastbare inkomen gevolgen hebben voor toeslagen en aftrekposten. Vanaf het moment van onzuiverheid valt de verdere pensioenopbouw niet langer onder de omkeerregel: de premies worden voortaan direct belast.
- Voor de pensioenuitvoerder
De pensioenuitvoerder is verplicht de verschuldigde loonbelasting af te dragen en kan aansprakelijk worden gesteld voor de revisierente als de werknemer deze niet betaalt.
Omdat een uitvoerder geen regeling mag uitvoeren die in strijd is met de Pensioenwet, wordt de uitvoeringsovereenkomst in de praktijk vaak beëindigd zodra een regeling onzuiver wordt.
De impact is dus groot, zowel financieel als operationeel.
Hoe voorkom je fiscale onzuiverheid
Het goede nieuws: fiscale onzuiverheid is goed te voorkomen. Met aandacht, inzicht en tijdige actie kun je veel onrust en kosten besparen.
- Pas de pensioenregeling tijdig aan
Begin met een grondige controle van je huidige pensioenregeling. Samen met je adviseur kijk je of de regeling voldoet aan de eisen van de Wet toekomst pensioenen. Denk aan de juiste toepassing van eerbiedigende werking en aanpassingen die vóór 1 januari 2028 moeten zijn doorgevoerd.
Een tijdige aanpassing voorkomt niet alleen fiscale risico’s, maar geeft ook duidelijkheid richting je medewerkers.
- Leg wijzigingen zorgvuldig vast
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde. Dat betekent dat je wijzigingen niet eenzijdig kunt doorvoeren. Betrek daarom tijdig je werknemers of ondernemingsraad en zorg dat alle afspraken helder en schriftelijk zijn vastgelegd. Goede communicatie voorkomt misverstanden en versterkt het vertrouwen. - Beëindig de regeling niet zomaar
Soms lijkt het eenvoudiger om een regeling te beëindigen, maar dat kan nieuwe risico’s creëren. Denk aan aansprakelijkheid bij arbeidsongeschiktheid of overlijden. Overweeg zo’n stap alleen als onderdeel van een zorgvuldig integraal advies.
Samen vooruitkijken
Bij beuken’essers begrijpen we dat pensioen niet op zichzelf staat. Het raakt aan bedrijfscontinuïteit, arbeidsvoorwaarden, fiscale risico’s en persoonlijke toekomstplanning.
Daarom kijken we niet alleen naar de regeling zelf, maar naar het geheel. Wat betekent de Wtp voor jouw onderneming? Hoe verhoudt de pensioenregeling zich tot andere risico’s of verplichtingen? En hoe borg je rust en zekerheid, zonder verrassingen achteraf?
Met onze integrale aanpak brengen we juridische, fiscale en HR-aspecten samen in één helder advies. Zo kun jij met vertrouwen verder ondernemen. zeker van later, gerust vandaag.
Meer weten?
Wil je weten of jouw pensioenregeling voldoet aan de nieuwe wetgeving?
Onze specialisten helpen je graag met een onafhankelijke beoordeling of aanpassing van je regeling.


